De Vuurtoren

Scheveningers zijn trots op hun vuurtoren en niet zonder reden! Zij kent een lange en veelbewogen geschiedenis en heeft vele schepen in storm, mist en ontij naar de veilige haven geleid. Het ritme van het licht in het duister is een baken voor velen. En…de zeemeermin, helemaal op de top van de toren, speelt de hoofdrol in een legende. 

Daarvoor moeten we terug in de tijd. De eerste vermelding van een vuurtoren op Scheveningen dateert uit 1531. Schippers waren in die tijd verplicht om voor het onderhoud van het vuur een bepaald bedrag aan de kerk te betalen. De Kerk was verantwoordelijk voor het beheer van de vuurboet. Deze vuurboet, bovenop een hoog duin, was een vierkant, stenen torentje met een plat dak waarop een vuur werd gestookt. Vanwege de snelle ontwikkeling van de zeevaart ontstond de behoefte aan een hoger en krachtiger lichtbron, wat er toe leidde dat in 1875 voor het eerst het licht in een nieuwe, 40 m hoge gietijzeren vuurtoren werd ontstoken. Maar wat heeft dat met een legende te maken? 

In het voorspoedige Westenschouwen ligt een grote haven met een grote vloot. Als op een dag de vissers in hun netten een zeemeermin vangen, besluiten zij haar niet terug te gooien maar mee te nemen om tentoon te stellen in het dorp. Haar echtgenoot, de zeemeerman, smeekt hen vanuit het water dit niet te doen, gezien het feit dat zij dan zal sterven. Helaas, de vissers trekken zich hier niets van aan en dit zal hen berouwen, want de zeermeerman spreekt een vloek over hen uit: “Westenschouwen, ’t zal u rouwen, Dat ge heeft geroofd mijn vrouwe, Westenschouwen zal vergaan, Alleen de toren zal blijven staan!” De gebroken zeemeerman zwemt weg en keert nooit terug. Stormen drijven het zand en wier op en de mensen vluchten uit hun huizen. De huizen storten in, het dorp vergaat … Maar de toren wordt gespaard. De Scheveningse vissers, bekend met het lot van hun Zeeuwse collega’s, verzochten de betrokken architect vriendelijk doch dringend een zeemeermin op de vuurtoren te plaatsen. Dit om langszwemmende zeemannen te verzekeren dat hun zeemeerminnen in deze wateren veilig zijn. En natuurlijk zijn zij dat alhier.