Het wonder van de oude klok

In 1997 vierde de klok van de Oude Kerk aan de kop van de Keizerstraat haar 400-jarig bestaan. 400 jaar lang gaf zij dag en nacht op hele en halve uren de tijd aan. Maar dat niet alleen, zij luidde ook voor gevaar, voor huwelijken en begrafenissen. Waar in Den Haag torenwachters verantwoordelijk waren voor het luiden van de klokken, waren dat in de Oude Kerk de Scheveningse wakers. Zij waren ook belast met het ómroepen’ (klokluiden) van de aangevoerde vis die nae de clocke van zes tot die clocke negen had afgeslagen mocht worden.
Ook gaven reders tot nog in de vorige eeuw opdracht de klok in te schakelen als het op zee erg mistig dreigde te worden, om schepen te helpen positie te bepalen. Meer recent is het gebruik om de klok in mei te luiden, tijdens het herdenken van op zee gestorven vissers.
Kortom, het geluid van de oude klok van de Oude Kerk heeft altijd het leven van de inwoners van de Keizerstraat begeleid. Maar in september 1943 kwam daar verandering in. Het werd stil op straat. Niet alleen omdat veel mensen moesten evacueren, maar ook omdat de klok toen tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetters werd weggevoerd om te laten omsmelten voor militaire doeleinden. Geen gebeier meer om zondagochtend te kerke te gaan. Het bleef stil.
Gelukkig zorgde een tegendraadse schipper ervoor dat het schip dat onderweg was naar Duitsland, ‘per ongeluk’ met klok en al zonk in het IJsselmeer. Na de oorlog is het schip gevonden en heeft men de klok weer opgevist.
Na de bevrijding keerden langzamerhand de mensen weer terug. Wat een feest was het toen in de zomer van 1946 de klok werd teruggehangen in de toren van de Oude Kerk. Sindsdien is zij weer volop gebruik bij zowel verdrietige als vreugdevolle momenten.